Ecclesiastes 6

Daarom begon ik eraan te twijfelen of alles waarvoor ik zoveel moeite had gedaan, dat wel waard was. 1Want ook al zou ik mijn hele leven besteden aan het zoeken naar wijsheid, kennis en vaardigheden, ik moet het toch allemaal nalaten aan iemand die er niets voor heeft gedaan; dat is niet alleen dwaas, maar ook erg onrechtvaardig. 2Wat krijgt een mens dus als beloning voor al zijn werk? 3Dagen, gevuld met zorgen en verdriet, en rusteloze, doorwaakte nachten. Een ontmoedigend idee.

4Daarom besloot ik dat een mens niets beters kan doen dan genieten van eten en drinken, bij al het werk dat hij doet. Toen realiseerde ik mij dat ook dat genoegen afkomstig is uit de hand van God. 5Wie kan zonder Hem eten of vrolijk zijn? 6Want God geeft een mens die Hem bevalt wijsheid, kennis en vreugde, maar van iemand die Hem niet bevalt, neemt God zijn rijkdom af en geeft het aan hen die Hij graag mag. En ook dit is weer een voorbeeld van de zinloosheid van luchtkastelen bouwen. 7

Alles op zijn tijd

8Voor alles bestaat een bepaalde tijd: 9een tijd om te worden geboren en een tijd om te sterven, een tijd om te planten en een tijd om te oogsten, 10een tijd om te doden en een tijd om te genezen, een tijd om te verwoesten en een tijd om te herbouwen, 11een tijd om te huilen en een tijd om te lachen, een tijd om te treuren en een tijd om te dansen, 12een tijd om stenen weg te gooien en een tijd om stenen bij elkaar te zoeken, een tijd om te omhelzen en een tijd om niet te omhelzen,
Copyright information for NldHTB